Stefan de Groot

Stefan de Groot / pers  / Het Parool
Het Parool 13 november 2018 PS

Het Parool

Digitaal kunstenaar Stefan de Groot (50) maakte een tentoonstelling over het aloude
retourtje Amsterdam-Zandvoort. Met een hoofdrol voor de Blauwe Tram. ‘Je zat er als een prins.’

DOOR: PATRICK MEERSHOEK 13 NOVEMBER 2018, 08:23 PAROOL

Op 31 augustus 1957 maakte de Blauwe Tram zijn laatste rit van Amsterdam naar
Zandvoort. Duizenden mensen hadden een plekje langs het spoor opgezocht om afscheid te nemen. In de halve eeuw dat de Blauwe Tram op en neer reed van de hoofdstad naar het strand had hij naar schatting 300 miljoen passagiers vervoerd. Het was het Amsterdamse stadsbestuur dat het populaire vervoermiddel de nek omdraaide, vertelt multimediakunstenaar Stefan de Groot in zijn atelier in Haarlem. “Het autoverkeer groeide snel in die jaren en de trambaan nam in de binnenstad veel ruimte in. In 1956 besloot het gemeentebestuur dat de tram moest wijken voor de auto. Het bestuur van Haarlem heeft nog geprobeerd de tram te redden, maar tevergeefs.”

De komende maanden rijdt de tram weer. Dat wil zeggen: in het Zandvoorts Museum, dat
een tentoonstelling heeft opgezet over de reis met tram en trein, vroeger en nu, van Amsterdam naar Zandvoort.De Groot uit Haarlem vervaardigde een serie digitale schilderingen die een beeld geven van de reis naar het strand door de jaren heen. Die wandeling door de tijd eindigt met een groot panorama van het strandleven in Zandvoort in de jaren twintig van de vorige eeuw. “Mijn favoriete periode,” zegt De Groot. “Het waren de nadagen van Zandvoort als kuuroord voor welgestelde bezoekers uit heel Europa. De vrouwelijke gasten maakten nog gebruik van badkoetsen die vanaf het strand een stuk de zee in reden. Zo konden zij afgeschermd en onbespied pootjebaden in het water.”

Verkwikkende zeelucht
In de tientallen jaren daarvoor had Zandvoort een ongekende ontwikkeling doorgemaakt. Halverwege de negentiende eeuw was het een afgelegen en arm dorp met amper 1500 inwoners die leefden van de visvangst en de teelt van aardappels in de duinen. De ontdekking van de verkwikkende zeelucht door de Europese elite zorgde voor de komst van prachtige huizen en deftige hotels waaronder het beroemde Badhotel-Kurhaus. Lang duurde de periode van voorspoed niet, zegt De Groot. “De Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten. De rijke toeristen trokken naar de Franse Riviëra en maakten plaats voor nieuwe groepen bezoekers.” De ontsluiting van de badplaats met tram en trein maakte dat vanaf de jaren twintig het massatoerisme naar de kust op gang kon komen. Zandvoort werd een populaire bestemming voor een dagje uit met het hele gezin. De Blauwe Tram die vanaf 1904 van Amsterdam naar Zandvoort reed, speelde daarin een belangrijke rol. Het interieur was schitterend afgewerkt met glanzend hout en luxe bekleding. Je zat er als een prins”. “De tram werd voor heel veel Amsterdammers symbool voor dat dagje naar het strand,” zegt De Groot. “Hij was ook feestelijk versierd met vlaggetjes.” Het nieuwe publiek veranderde ook de strandcultuur. Waar een witte huid voorheen een teken van welstand was, werd een zongebruinde teint het nieuwe schoonheidsideaal. Op het strand kwam een afgeschermde strook waar mensen – in badkleding – konden zonnen. De tram van Amsterdam naar Zandvoort maakte deel uit van een fijn vertakt netwerk van elektrische trams in de kuststreek. Tussen Den Haag, Leiden, Haarlem en Amsterdam reden in de eerste helft van de vorige eeuw elke dag honderden trams op en neer op een eigen smalle spoorbaan. De eerste tramstellen van Amsterdam naar Zandvoort waren afkomstig uit de fabriek van La Métallurgiques in België. Vanwege de groene kleur heetten de trams in de volksmond al snel de Kikker, en dat bleef zo, ook toen er nieuwe blauwe trams werden aangeschaft. In 1924 maakten de Hongaarse ‘Budapesters’ hun entree. “Ongelooflijk mooie wagens,” zegt De Groot. “Het interieur was schitterend afgewerkt met glanzend hout en luxe bekleding. Je zat er als een prins.” De Budapesters deden vijf kwartier over de tocht van Amsterdam naar Zandvoort en waren daarmee sneller dan de stoomtrein. Vrijwilligers In Amsterdam vertrok de tram aanvankelijk vanaf het Spui. Vanwege het snel groeiende aantal passagiers werd de tramhalte in 1914 verplaatst naar de Spuistraat. De Groot laat op zijn computer de schildering zien die hij op basis van oude foto’s van de tram bij de halte maakte. “Ik wil dat alles klopt,” zegt de kunstenaar over zijn werkwijze. “Ook de huizen en de bomen op de achtergrond. De meeste tijd besteed ik aan de research. In de archieven zijn veel oude foto’s te vinden. Verder heb ik hulp gehad van de mensen bijhet NZH Vervoermuseum in Haarlem. De eerste twee tramtypes zijn helaas niet bewaard gebleven, maar in het museum lopen nog een paar vrijwilligers rond die ontzettend veel weten van dat oude materieel.”
Vanaf de Spuistraat reed de tram langs de Westerkerk naar de Admiraal de Ruijterweg om via de Jan Evertsenstraat richting Sloterdijk te gaan. De Groot laat foto’s zien van de Coca Colafabriek die daar achter de tramhalte stond. De Amerikaanse frisdrank was in 1928 tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam gelanceerd. “De fabriek was een bezienswaardigheid vanwege de moderne productiemethode. Voorbijgangers gluurden door de ramen om de lopende band te zien lopen.” Vanaf Sloterdijk ging de tram naar Halfweg, waar de halte naast de katholieke kerk was neergezet. “De afspraak was dat er op zondag tijdens de dienst geen belsignaal mocht worden gegeven.” Vanaf Halfweg ging de reis verder naar de binnenstad van Haarlem, en via Heemstede, Overveen en Aerdenhout naar de eindbestemming. Ook deze laatste halte in de Louis Davidsstraat legde De Groot vast in een tableau, ook weer in de oorspronkelijke staat.

Amsterdam Beach
“Zandvoort is onherkenbaar veranderd. Met name de Tweede Wereldoorlog heeft desastreuze gevolgen gehad voor de oude badplaats. Vanaf 1942 was het voor het publiek verboden om op het strand te komen. Aan de boulevard werden alle hotels en huizen gesloopt om bunkers te bouwen voor de kustverdediging van de Duitsers. Dat was het definitieve einde van de deftige badplaats van vroeger.” Na de bevrijding werd Zandvoort opnieuw opgebouwd en kwam ook het nationale en internationale toerisme weer op gang. De Groot laat een oude advertentie zien waarop Zandvoort in een Duits tijdschrift wordt aangeprezen als strand van Amsterdam. “Dus het predikaat Amsterdam Beach is niet van vandaag of gisteren.” Tegenwoordig lokt de combinatie van zon, zee en zand vijf miljoen bezoekers per jaar naar Zandvoort. En nog steeds reizen veel mensen met de trein naar de badplaats. “In de zomer is het eigenlijk geen doen met de auto. De toegangswegen staan overvol. Vanaf Amsterdam CS vertrekt in de zomer elk kwartier een trein. En dan ben je in iets meer dan een half uur aan het strand.” We gaan naar Zandvoort! – Een digitale reis van verleden naar heden.

Vanaf 16 november in het Zandvoorts Museum.